De Kunst van Conservering
Wat betreft cultureel erfgoed hebben meesterwerken op zichzelf een onvervangbare waarde. Kunst laat ons immers een glimp zien van de architectuur van onze cultuur, van geïnspireerde tijdsmomenten, weergegeven in verschillende creatieve vormen, en van de richting waarin onze beschaving zich beweegt. Het behoud ervan is dan ook van het grootste belang.
Zonder kunstconservatoren zouden we de ware bedoeling van de kunstenaar in al zijn impact wel eens kunnen missen. In essentie waarborgt kunstconservering de lange levensduur van kunstwerken en zorgt daarmee voor het voortbestaan van cultuur.
De afgelopen decennia heeft zich een diepgaande en ingrijpende evolutie voorgedaan in de bescherming van kunstwerken, iets wat de aanleiding was tot het moderne beroep van kunstconservator. Wetenschappelijke vooruitgang maakte het mogelijk om nauwkeuriger te begrijpen hoe factoren als klimaatomstandigheden, verlichting, transport en behandeling een kunstwerk kunnen veranderen, waarbij het uiterlijk en de impact van de oorspronkelijke intentie van de kunstenaar worden vervaagd. Op vrijwel dezelfde manier heeft deze nieuwe kennis het mogelijk gemaakt om meer inzicht te krijgen in hoe de schade die door dergelijke invloeden wordt veroorzaakt kan worden voorkomen en hersteld, en hoe het kunstwerk voor de komende generaties kan worden behouden.
De praktijk en de wetenschap van de kunstconservering streeft naar het behouden van kunstwerken voor het nageslacht en omvat de gecombineerde technische expertise en het inzicht van een aantal verschillende specialisten die naast elkaar werken. In essentie is het een interdisciplinaire benadering die de kunstgeschiedenis gelijkwaardig ziet aan de wetenschappelijke analyse en de materiaalwetenschappen, en waarbij het uiteindelijke doel is om het kunstwerk te stabiliseren, te documenteren en te behouden voor een voortdurende culturele toekomst.
Ondanks de algemene publieke verwarring tussen de twee, verschilt de wetenschap van de kunstconservering sterk van het ambacht van de kunstrestauratie. In het verleden richtte de restauratietheorie zich vaak op het aanpassen van kunstwerken om ze er perfect en onberispelijk uit te laten zien. De oorspronkelijke staat van het kunstwerk werd vaak subjectief verondersteld zonder enige informatie of onderzoek ter ondersteuning van de restauratiemaatregelen en -beslissingen. Omgekeerd gaat het bij kunstconservering om een meer holistische benadering en steunt het sterk op kunsthistorisch en wetenschappelijk onderzoek. Het doel is niet zozeer om iets aan het kunstwerk aan te passen, maar om te documenteren, te analyseren en te anticiperen op wat de invloed van de tijd kan zijn – en de nodige maatregelen te nemen.
Foto door ©Fondation Beyeler.
Fondation Beyeler, gevestigd in Riehen, Bazel, beschikt over een van de grootste kunstcollecties van Zwitserland, en heeft een van de meest prestigieuze kunstconserveringsafdelingen ter wereld. Onder leiding van hoofdconservator Markus Gross combineert het conserveringsteam van Fondation Beyeler klassieke benaderingen met werkelijk baanbrekende inzichten, waardoor kunstwerken zoals Claude Monets Le bassin aux nymphéas (ca. 1917-1920) en werken van Warhol, Picasso, Max Ernst, Jenny Holzer, Marlene Dumas en vele anderen kunnen worden geconserveerd.
Markus Gross is duidelijk over het belang van kunstconservering en de rol ervan in de bredere cultuur en stelt dat “kunst een belangrijk onderdeel van onze samenleving is. Als particulier museum staat het tonen en conserveren van kunst centraal in wat we doen. Hier wordt het belang van kunstconservering duidelijk.”
De rol van de kunstconservator is er een waarbij geen tekort is aan moeilijkheden en obstakels om te overwinnen. Elk kunstwerk dat de Fondation Beyeler moet conserveren is uniek en heeft als zodanig individuele kwesties met betrekking tot de manier waarop het is opgeslagen, tentoongesteld, behandeld of gecreëerd, wat vraagt om een flexibele aanpak om zowel het kunstwerk als de kunstenaar recht te doen. Zoals Gross uitlegt: “De unieke en grootste uitdaging is om altijd de intentie van de kunstenaar in gedachten te houden en deze intentie te behouden voor het huidige en toekomstige publiek. Dit vraagt om een veelzijdige aanpak, waarbij conservering, bescherming, documentatie en voortdurende controle een rol spelen.” In de afgelopen periode werden kunstwerken van verschillende materialen van kunstenaars als Henri Rousseau, Pablo Picasso, Henri Matisse, Andy Warhol en Philippe Parreno in de Fondation Beyeler dan ook met een groot aantal succesvolle technieken en benaderingen behandeld.
Hoewel bepaalde methoden van kunstconservering in de loop der jaren onveranderd zijn gebleven, heeft een reeks technologische doorbraken, van gedetailleerde analyses, digitale multi-beeldprocessen tot geavanceerde microscopie, het beroep aanzienlijk vooruitgeholpen. “Technologie en techniek zijn geëvolueerd”, vervolgt Markus, “en wij van Fondation Beyeler hebben fantastische mogelijkheden om kunstwerken diepgaand en nauwgezet te onderzoeken en zo individuele problemen te identificeren die moeten worden aangepakt voor een succesvolle conservering.”
Het is dankzij deze vindingrijkheid, en een benadering van het behandelen van elk afzonderlijk kunstwerk dat even uniek is als de artistieke visie die tot de creatie ervan heeft geleid, dat de afdeling Kunstbehoud van Fondation Beyeler een internationale reputatie van het hoogste niveau heeft opgebouwd. Door het perfectioneren van vaardigheden en technieken die kunstschatten voor de komende generaties zullen behouden, zijn Markus Gross en zijn team niet alleen bezig met het conserveren van kunstwerken. Ze vertragen de opmars van de tijd.