DE VORM VAN HET LICHT
Sinds de Bauhaus-beweging zijn eindeloze creativiteit en meedogenloze modernisme over de wereld uitstortte, hebben kunstenaars, fotografen en architecten de grenzen steeds verder verlegd voor de toepassing van vorm en licht, de bouwstenen van kunst en visie, en zo de genres een nieuwe dimensie gegeven. Dit samenspel tussen vorm en licht komt wellicht het duidelijkst tot uitdrukking, of toch zeker op de meest indrukwekkende manier, in de architectuur, waar licht en vorm soms met elkaar fuseren tot een eenheid.
Het modernisme was zeker niet de enige artistieke beweging die licht centraal stelde, en al helemaal niet binnen de architectuur. Maar deze stroming heeft de wereld wel de verbazingwekkende combinatie van gedurfde nieuwe gebouwen geschonken, en nog gewaagdere manieren om deze fotografisch vast te leggen. De moderne wereld was, bezien door het prisma van het midden van de 20e eeuw, utopisch, hoekig, gestroomlijnd en iconoclastisch. Als het door een camera wordt vastgelegd, met een architecturaal gebruik van licht als zowel onderwerp als inspiratiebron, krijgt het statische en sculpturale een kinetisch element. Dan dansen licht en schaduw over metaal en steen en wordt het oog verleid om de verborgen hoeken te verkennen en de scherpe lijnen te volgen.
Van de kunstenaars wier voorkeur uitgaat naar het afbeelden van architectuur, hebben slechts weinigen zo’n blijvende indruk weten te maken als Lucien Hervé. Hij was geïnspireerd door de expressionistische innovaties van Moholy-Nagy en Piet Mondriaan. Hervé’s benadering van beeldvorming was gebaseerd op een obsessie voor licht en vorm, die een groot gedeelte van zijn levenslange carrière zou bepalen. Zijn werk zal altijd in verband gebracht worden met Le Corbusier, de Zwitserse architect en modernistische pionier. Le Corbusier zag vorm en licht als essentiële componenten van de visie van de architect en zijn gebruik van licht was ludiek en dramatisch tegelijk. Het kon zijn gebedshuizen vervullen met een gevoel van goddelijkheid en een poëtische essentie, maar kon net zo makkelijk de schoonheid van de hemel, de uitgestrekte horizon en een essentie van optimisme en oneindigheid introduceren in het interieur van zijn openbare gebouwen.
In de ogen van modernistische architecten bood het licht eindeloze mogelijkheden om solide structuren te verrijken met een vloeiende en kinetische dimensie. Door gangen rondingen te geven, werden schaduwen gecreëerd die met de veranderingen van de dag meegolfden. Licht en schaduw konden in golfbewegingen comprimeren en uitdijen tegen witte en sculpturale muren. Geen wonder dat Hervé in de gebouwen van Le Corbusier zijn ideale onderwerp zag voor zijn modernistische fotografische experimenten. Na een bezoek aan zijn Unité d’Habitation in 1949 stuurde Hervé de architect maar liefst 700 foto’s door die hij van het gebouw had genomen in zijn eigen avant-gardistische stijl. Dit leidde tot een succesvolle gedachtewisseling.
Terwijl Le Corbusier gigantische stappen vooruit zette in de Zwitserse architectuur en de ideeën over de bouwkunst een nieuwe impuls gaf, bood Hervé via zijn fotografie het grote publiek de ervaring om door deze gebouwen te lopen. De formule was ontwikkeld. De architect vormde het licht alsof het klei was, speelde ermee door het door veelhoekige ramen te laten schijnen, tegen rechte lijnen op te laten botsen, langs zachte rondingen te laten stromen en de fotograaf legde dit schitterende lichtspel voor eeuwig vast.
De professionele relatie tussen de twee pioniers bloeide op en hun waardering voor elkaars kunstenaarstalent was wederzijds en dynamisch. Le Corbusier verklaarde dat de kunst van Hervé een einde maakte aan zijn 40 jaar lange zoektocht naar een fotograaf die de wereld op dezelfde manier zag als hij. Hervé onderstreepte de woorden van de architect als volgt: “architectuur is de wijze, precieze en magnifieke balans van vormen verenigd in het licht”.
Het standpunt van Hervé dat licht de kern vormt van de architectuur, is fundamenteel om de invloed van de gebouwen van Le Corbusier te kunnen begrijpen. Hervés foto’s geven ons een inzicht in de creaties van de architect dat dit standpunt feilloos uitdraagt. Op de gevoelige plaat krijgen de nauwkeurig uitgestippelde en uitgewerkte lijnen van de architect prachtige rondingen, versterkt door golvende muren en de dramatische schaduwen die alleen met een camera zo doeltreffend vast te leggen zijn. Het oog wordt de duisternis in getrokken en het licht dat erdoorheen schijnt heeft keer op keer een aangenaam verrassend effect. Kleine details, de structuur van oppervlakken en minutieuze componenten nodigen uit tot ontdekking en de eindeloze, onvatbare leegte van de lucht is nooit ver weg.
Sinds mensenheugenis zijn juxtapositie en contrast cruciale aspecten binnen de architectuur. Het gebruik van licht stelde Le Corbusier in staat om zijn favoriete materiaal, gietbeton, te verrijken met genuanceerde nevenschikkingen en ritmes en te spelen met texturen. Ramen van vloer tot plafond, decoratieve uitsparingen in de muren, dakramen en smalle steunpilaren gaven het licht de ruimte om in samenspel met de schaduw het interieur te definiëren en het praktisch nut van het gebouw zelf naar een hoger niveau te tillen.
Dit is wellicht het duidelijkst zichtbaar in Hervés foto’s van de gebedshuizen van Le Corbusier, waarin de benadering van de architect van stralend licht en meditatieve duisternis het meest prominent en symbolisch naar voren komen. Hervé zorgt ervoor dat dit essentiële aspect van de visie van Le Corbusier in iedere afbeelding tot uitdrukking komt en brengt deze zo optimaal tot zijn recht: de toeschouwer kan er niet omheen. Van gemeentegebouwen in India tot kantoren in Parijs, van woonhuizen tot heilige huizen, het allesomvattende samenspel van zonlicht en ruimte wordt niet afgebeeld als stilistische verfraaiing, maar als het belangrijkste fundament van het gebouw.
Le Corbusier beweerde dat Hervé een fotograaf was met de ziel van een architect. Maar de indruk die Hervés afbeeldingen van deze wonderbaarlijke voorbeelden van Zwitsers vakmanschap achterlaat, gaat verder dan puur de bewondering voor de vormgeving van de gebouwen. Ze geven de toeschouwer het gevoel zich door de echte ruimte te bewegen en verlichting te vinden in door de mens gemaakte vormen. Ze bewijzen de kracht van een medium waar vaak overheen gekeken wordt. De kracht van het licht, in de handen van een artiest, om monumentale gebouwen te transformeren tot expressionistische ruimtes, tot een gewichtloos, abstract geheel, net zo eindeloos en fascinerend als de hemel die boven hen uitstijgt.
Geïnspireerd door het onderzoek van Le Corbusier over licht en schaduw, probeerden de wetenschappers van La Prairie te ontdekken hoe licht vorm onthult en hoe vorm licht onthult – en dan met name in het driedimensionale gebied rondom het oog. Vorm en de invloed die het heeft op de manier waarop de verschillende gedeelten van het gezicht belicht worden – vooral de sierlijke boog van de wenkbrauw, de contouren van het ooglid, de mysterieuze wimperlijn – is beeldbepalend voor de architectuur van het oog.
Het resultaat van hun bevindingen is White Caviar Eye Extraordinaire, een rijke, verfijnde creatie die de unieke architectuur van het oog verlicht – een gebied met rondingen en hoeken, waar contrasten en schaduwen vrij spel krijgen.